Logo Gemeente Rotterdam

Bodemvondsten

Homepage Stads­verdediging

Stadsverdediging

Recht op verdediging

In 1340 krijgt Rotterdam stadsrechten en in 1358 ook vestingrechten. Dan mag de stad zijn eigen wallen, grachten, muren en poorten bouwen; een kostbare aangelegenheid. We weten van oude aktes en rekeningen dat er eerst aarden wallen met houten palissades en stadsgrachten kwamen. De namen van de grachten bestaan nog steeds: Blaak, Coolsingel en de Goudsesingel. Deze grachten omgrensden de toen nog kleine stad. Pas later kon Rotterdam stenen muren betalen. De eerste muur lijkt langs Pompenburg te zijn gebouwd om aanvallen vanaf het land tegen te kunnen houden.

Om de stad te verdedigden waren er niet alleen soldaten nodig, maar ook poortwachters, wapensmeden, pijlenmakers, buskruitmengers en kanongieters. In de bodem van Rotterdam komen we vaak wapentuig tegen.

Dolk

Ijzeren nier-/klotendolk met heft van essenhout en versierde pareerstang.

Klok Klok icoon
1275 tot 1300

Voetangel

Voetangel/kraaienpoot.

Klok Klok icoon
1575 tot 1625

Maliën

Ijzeren maliën, mogelijk brayette (maliën-broekje). Waarschijnlijk maliën kraag (aventail) die aan de onderrand van een bascinet (helm) bevestigd heeft gezeten door middel van een leren strip en verveilels (oogjes aan de helm waardoor een koord gehaald kon worden).

Klok Klok icoon
1300 tot 1500

Pijlpunt

Ijzeren pijlpunt. Waarschijnlijk voor kruisboog.

Klok Klok icoon
1350 tot 1500

Spaanse inval

Vanaf 1500 worden vaak stadsmuren en -poorten verbouwd en versterkt. Op een geven moment waren de stadsmuren wel één meter dik, maar door de doorontwikkeling van het kanon was dit niet genoeg meer. Zo werd in 1572, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, Rotterdam eenvoudig ingenomen door de Spanjaarden. Als de Spanjaarden zijn vertrokken wordt besloten om de stadsmuur te vervangen door vestingwerken. De nieuwe vestingwerken zijn groter en breder en bieden meer veiligheid tegen kanonnen.  Rotterdam groeit richting de Maas en de vestingwerken groeien mee. Vanaf Blaak wordt de stad tot aan Boompjes versterkt met bastions en versterkte stadspoorten.

Overblijfselen

In de eeuwen die volgen zijn de vestingwerken steeds minder nodig. Het onderhoud is duur en sommige torens en poorten worden gesloopt. Ook de grachten en wallen worden gedempt of gesloopt om nieuwe gebouwen te kunnen bouwen. Wel blijven er een aantal poorten staan die mooi worden opgeknapt of verbouwd. Deze poorten noemen we sierpoorten en de laatste was de Delftsepoort. Als je vandaag de dag nog de stadsmuur wilt zien moet je station Blaak inlopen via de zuidhal, nabij de oude Haven. Daar hangt boven het perron en het treinspoor nog een stuk stadsmuur uit de 15e eeuw!

Stadsmuur

Maand van de Onderwereld in Rotterdam. bij Markthal en Station Blaak